Het is al een hele tijd geleden, maar de moeder van Sandra, Tiny Joosten, kan zich nog als de dag van gisteren de opening van het gezinshuis in Mombasa herinneren. Ze kijkt bijzonder tevreden terug op de reis die ze samen met haar dochter mocht maken, toen de feestelijke opening een feit was. Haar vielen vooral de verschillen met onze cultuur en maatschappij op. Een verslag over haar reis leest u hier.
“Ik kijk terug op een indrukwekkende reis, waarin vooral de cultuur en de fijne en dankbare mensen me zijn bijgebleven. We logeerden in een hotel in Mombasa en elke dag werden we door Paul en Rhoda opgehaald om naar het huis te gaan. De kinderen hadden toen net een week hun intrek in het huis genomen, maar het is ongelooflijk hoe ze al als een grote familie met elkaar omgingen. Een aantal kinderen kenden elkaar al, maar niet allemaal. De grote kinderen ontfermden zich al heel liefdevol over de kleintjes. Ze moesten nog ontzettend improviseren, maar het maakte hen niets uit. Eten zonder tafel en in plaats daarvan gezellig met zijn allen op een doek op de grond. Het was een oogopener: wat voor ons normaal is, is daar toch wel bijzonder.
Wat ook heel leuk was om te zien, was hoe de mama op een vuurpotje in de keuken het eten klaar maakte en dat de kinderen netjes met hun bordje in de rij gingen staan en op hun beurt wachtten.
En zo zijn er meer dingen die me zijn bijgebleven. We gingen naar een markt om tweedehands kleding voor de kinderen te kopen. Ze hadden nl. nog bijna niets. Dus toen we thuis kwamen met grote vuilniszakken vol kleding straalden hun oogjes. Sandra ging samen met Rhoda de kleren verdelen en ze hielden de kleren vast alsof ze die nooit meer los wilden laten. Helemaal voor hen alleen!
Een ander bijzonder feit was dat enkele kinderen helemaal niet in het stapelbed durfden, omdat ze bang waren eruit te vallen. Ze waren gewend om op een kleedje of matje op de grond te slapen. Of ballonnen, dat kenden ze ook niet. De grootste pret hadden ze ermee! Het is hier allemaal anders. Dat wat onze kinderen nodig hebben, dat krijgen ze over het algemeen gewoon. Daar is alles speciaal en absoluut niet vanzelfsprekend. De dankbaarheid en liefde die die kinderen uitstraalden was overweldigend om te ervaren.
Ik zou willen dat ik nog een keer naar Mombasa kon gaan, maar dat zit er helaas niet meer in. Gelukkig heb ik al deze mooie herinneringen, die ik samen met mijn dochter mocht beleven. Ondertussen blijven we Zena sponseren, want dat vind ik heel belangrijk. Het is toch uiteindelijk de bedoeling dat deze kinderen ook zelf stappen kunnen zetten in de wereld.”